Menu Sluiten

Uit de diepte van de aarde

 

Diep verscholen in de hooglanden van IJsland ligt een bijzonder fenomeen. Een fenomeen dat ik enkel kende van foto’s die ik vond op het internet. De kleuren op die foto’s waren vaak zo verzadigd dat ik vermoedde dat het flink bewerkte foto’s waren. Dit kon gewoonweg niet in het echt bestaan.

Een aantal andere foto’s bevestigde mijn vermoeden. Deze andere foto’s hadden fletsere kleuren en waren weinig spectaculair.

Het rode oog

Maar toch intrigeerde de foto’s mij. Ik kon niet anders dan toegeven aan mijn nieuwsgierigheid en met eigen ogen gaan zien hoe het in het echt oogde. Op een mooie zonnige dag parkeerde ik de camper, en begonnen we onze wandeling naar het fenomeen, genaamd Rauðauga, het rode oog. Een duidelijk gemarkeerde wandeling over een licht glooiende helling lag voor ons.

De glooiende helling ging al snel over in een korte maar steile afdaling, waarna we werden opgewacht door twee steile beklimmingen. Na de twee beklimmingen te hebben getrotseerd ging de wandeling verder over een redelijk vlak pad met hier en daar een klein klimmetje of een kleine afdaling.

Een meer dan interessante wandeling

Het volgen van de route was niet zo moeilijk. Vanaf de Rauðufossar, de rode waterval, de beek Rauðufossakvísl volgen tot aan Rauðauga. Het goed uitspreken van deze drie namen is een stuk lastiger dan de wandeling zelf, al moet je de wandeling ook niet onderschatten. Vlak voor aankomst, waar de beek een sterke draai naar rechts maakte, stroomde helder water over een diep oranje/rood gekleurde rotspartij. Gretig als ik was naar Rauðauga liep ik door, dit fenomeen bewarend voor de terugweg.

Als een magneet werd ik steeds harder aangetrokken door Rauðauga. Ik was nu zo dichtbij en brandde van nieuwsgierigheid. Nog een laatste klim, en ik stond oog in oog met dit wonder van de natuur, en nee, de kleuren in de foto’s die ik eerder zag waren in photoshop niet extra aangezet, ze waren echt.

Een vreemde gewaarwording

Rauðauga is de bron van de beek Rauðufossakvísl. Uit de diepte van de aarde wordt hier het water van de beek hier opgestuwd. Het is een vreemde gewaarwording om letterlijk aan de oorsprong van een rivier te staan.

Rauðauga was alles wat ik ervan had verwacht en meer. IJsland is groot, en er is nog zoveel te zien en te ontdekken. Met een grote glimlach op mijn gezicht liepen we terug naar de camper, onderweg alles vastleggend waar ik in mijn gretigheid op de heenweg aan voorbij was gegaan.

 

Het luisterverhaal

Gevangen in basalt

In mijn top drie van watervallen mag de Aldeyjarfoss zeker niet ontbreken. De waterval, stort tussen de meest tot de verbeelding sprekende basaltkolommen, twintig meter lager in de rivier Skjálfandafljót. Zelfs als je na een tijdje uitgekeken bent op de waterval zelf, zijn de basaltkolommen op zich, nog de moeite waard om aandachtig te bestuderen. Iedere beschrijving die ik hier zou maken van de schoonheid van deze kolommen, zouden de kolommen niet genoeg recht doen.

Eind 2021 was ik in de gelukkige omstandigheden, de waterval te mogen bezoeken. Vanaf de hoofdweg volgde ik wegnummer 842 welke later overgaat in de F26. De F26 is beter bekend als de Sprengisandur. Een route die al sinds mensenheugenis berucht is. Boze geesten, rovers en barre omstandigheden. Reizigers wilden zo snel mogelijk deze belangrijke route doorkruisen.

Vandaag is wegnummer 842 niet meer dan een ijsbaan. De van spikes voorziene banden houden de auto redelijk op koers, maar ik houd de snelheid laag. De weg veranderd in veertig kilometer concentratie. Mijn ogen scannen continu de omstandigheden. Hoe is het ijs, zijn er tegenliggers, wil iemand misschien inhalen.

Geen straf om te wandelen

Het einde van de route dient zich eerder aan dan verwacht. De laatste kilometers waarin de weg zich langzaam omhoog slingert zijn bedekt met een dik pak sneeuw. De zon staat hoog aan de hemel, er staat weinig of geen wind en de temperatuur valt alleszins mee. Geen straf om te wandelen. Na ongeveer 500 meter te hebben gewandeld lijkt de weg mij enorm mee te vallen. Ik besluit terug te wandelen en toch met de auto verder naar boven te rijden.

In een rustig tempo, rijd ik op mijn gemak naar boven, de slingers van de weg volgend. Ik snap even niet waarom ik ging wandelen. De auto kan dit makkelijk aan. Niets aan de hand.

Het rustige tempo blijft, maar ik voel me al snel niet meer op mijn gemak. De weg wordt steiler, en de ene na de andere bocht doemt voor mij op. Bochten waarin de sneeuw gevangen lijkt en een stuk hoger ligt. Ik hoor de sneeuw onder de auto doorschuiven. Het liefst zou ik hier draaien, terugkeren naar het veilige plekje onder aan de weg, en toch weer gaan lopen. Maar draaien van de auto is hier ook geen optie.

Irrationele gedachten

Met zweet in mijn verkrampte handen zet ik uiteindelijk de auto stil, vlak voor het punt waar de weg steil naar beneden op weg gaat naar de parkeerplek bij de waterval. Dit is echt het eindpunt voor de auto. Als ik hiernaar beneden rijdt, zal de auto er waarschijnlijk tot ver in de lente moeten blijven staan. Die komt nooit meer zelfstandig naar boven.

Het is nu niet meer zo ver. Die laatste kilometer kan ik best wandelen. Maar ook het wandelen gaat niet meer op zijn gemak. Ik moet straks ook weer naar beneden rijden, en ik vraag me af of dat wel gaat lukken. Mijn gedachten schieten op en neer tussen genieten van de omgeving tot de irrationele gedachte dat ik beter meteen terug kan rijden.

Wat zou ik er mee opschieten om meteen om te keren? Als ik nu terugrijd, en ik weer veilig beneden sta zal ik spijt hebben dat ik geen foto’s gemaakt heb. Alles in mij schreeuwt om nu om te draaien. Rationeel weet ik dat het niet uitmaakt of ik nu terug ga rijden, of over een uur. Als het over een uur niet lukt, dan lukt het nu ook niet.

Het gaat vast wel lukken

Ik sta beneden bij de waterval, en schiet mijn plaatjes terwijl ik in gedachte mezelf uitscheld voor alles wat lelijk is. Waarom moest ik nu weer deze grens opzoeken, waarom heb ik niet gewoon het hele stuk gelopen. Het is toch prachtig weer, zo’n straf is dat toch niet? Sneller dan ik eigenlijk wilde loop ik weer terug naar de auto. Het gaat vast lukken, het gaat vast lukken, het gaat vast lukken, wat als ik vast kom zitten, wat als ik vast kom zitten, nee het lukt me wel.

Ik start de auto, en begin aan de weg terug naar veiliger gronden. Ik ben al enigszins opgelucht als ik de laatste bocht voorbij ben. De bocht waar ik op de weg naar boven bijna vast kwam te zitten. De volgende opluchting komt zodra ik een steil stuk, ondanks slippende banden toch tot boven haal. De derde opluchting komt als ik weer op het “veilige” stuk sta.

Gelukkig heb ik de foto’s nog…

Meer foto’s met hun verhaal vind je hier

We zijn het struinen verleerd

Het struinen verleerd

Ik sta aan het begin van de wandeling naar de Hengifoss. Een waterval die ik al verschillende keren bezocht. Een waterval die me iedere keer weer roept als ik voorbij kom rijden. Ik kan niet anders dan mijn auto parkeren en toegeven aan deze roep.

Het is een mooie zonnige dag met extreem blauwe luchten. Het is niet koud, het is niet warm. Het is gewoon het perfecte weer voor een wandeling. Ik duw de poort open en wil mijn eerste stap op het pad zetten als ik nog één keer omkijk.

Ik zie de brug die me naar de andere kant van het water brengt, maar waar geen pad naar boven te vinden is. Langzaam laat ik de poort weer dichtvallen. Ga ik naar de overkant? Loop ik daar naar boven wetende dat er een kans is dat ik mezelf vastloop omdat er geen pad is? Het risico nemen dat ik weer terug moet lopen en zo mijn kostbare tijd heb verspeeld?

Het is zo makkelijk om de gebaande paden te volgen. Makkelijk om terug te gaan naar plaatsen waar je al was om daar de foto die je al ooit maakte opnieuw te maken, maar nu misschien beter. Lastiger is het om je routine los te laten en nieuwe paden te vinden.

Ben ik het struinen verleerd

Ja, we struinen nog wel, maar dan vooral op het internet, maar eenmaal op onze bestemming bewandelen we allemaal hetzelfde pad. Het pad naar die ene foto, die ene locatie, die op ons beeldscherm zo’n ongelooflijke indruk maakte dat we niet anders kunnen dan deze foto ook te maken.

Ik laat de poort los, steek de brug over en loop door het hoge gras omhoog. Nog niet wetende wat deze wandeling me gaat brengen. Aan de overkant zie ik mensen wandelen op het gebaande pad. Ze kijken me soms meewarig aan. Ze denken vast dat ik aan de verkeerde kant loop, maar ik weet beter. Ik heb de juiste keuze gemaakt.

Een sensuele dans rondom de flanken van Kirkjufell

De verkeerde locatie

In het schijnsel van mijn koplampen doemen boze gezichten op. Wilde armgebaren ondersteunen de boze gezichten. Boven het motorgeluid van onze auto hoor ik geschreeuw; lights out, lights out! Natuurlijk is het vervelend als je bezig bent met nachtfotografie, en een automobilist komt zomaar het parkeerterrein oprijden waar jij staat te fotograferen.

Een tiental auto’s staan hier geparkeerd, en ongeveer het dubbelle aantal aan mensen staan nu wild naar mij te gebaren. Ja, duh… Een beetje fotograaf gaat natuurlijk in het donker niet fotograferen vanaf een parkeerplaats.

Wat er aan vooraf ging

Een uurtje geleden liep ik het restaurant uit waar we net een heerlijke maaltijd hadden genuttigd. De index die aangeeft hoe groot de kans op noorderlicht is gaf als waarde 0 aan. Ook als je de schaal niet kent is het niet moeilijk te begrijpen dat een 0 voor zeer laag staat.

Een van mijn medereizigers vraagt me, of het een goed idee is om nog even op pad te gaan voor wat nachtfotografie. Automatisch gaat mijn hoofd omhoog richting het hemelgewelf. Een paar sterren fonkelen fel aan de hemel, maar dan onmiskenbaar zie ik een witte flard die lijkt op een voorbijdrijvende wolk, maar die ik meteen herken als het noorderlicht.

Een stukje rijden

Ik roep de rest van de groep bij elkaar en geef aan dat we binnen vijftien minuten vertrekken richting Kirkjufell, the place to be, voor de mooiste lichtshow die je ooit zult zien. Ook ik snel naar mijn kamer, kleed me warm aan en pak mijn fotorugzak die natuurlijk al voor “spoedgevallen” klaar staat.

Even later verblinden onze koplampen dus die “op de totaal verkeerde plaats staande” fotografen. Ik zet mijn lichten niet uit, maar zet de draai mijn wielen nog een beetje door en verlaat de parkeerplaats voor een alternatieve plek. Het is slechts een paar honderd meter terug, maar we staan er helemaal alleen.

We kijken over een bijna rimpelloos water uit over de iconische berg Kirkjufell. De Aurora rust zacht op zijn schouders, danst zacht sensueel langs zijn flanken en verleidt ons vol verwondering te blijven kijken.

Wil je ook graag deelnemen aan een van mijn fotografiereizen, en wellicht getuigen zijn van de Aurora Borealis? Binnenkort gaan we weer: Fotografiereis

Brúarfoss, de brugwaterval

1999, Jennifer Lopez stond net met haar eerste hitje “If you had my love” in de top 40, De meest moderne Pc’s draaide op Windows 98 Second Edition, en internet ging meestal met het programma Netscape gekoppeld aan een 14K4 modem.

Informatie zoeken over “exotische bestemmingen” ging via verkeersbureaus waaraan je een briefkaart kon sturen met verzoek om informatie. IJsland ging via het verkeersbureau van Noorwegen. De informatie die je uiteindelijk enkele weken later thuiskreeg was summier. Summier, maar nog altijd meer als je kon vinden via internet. De vakantiebeurs in Eindhoven bestond toen uit niet meer dan vijftien of twintig aanbieders. Het WWW was in die tijd nog niet zo goed gevuld als tegenwoordig, en het zoeken werd afgestraft tegen het normale telefoontarief dat per minuut moest worden afgerekend.

1999 was ook de eerste keer dat ik IJsland bezocht. Gewapend met onze brochures, de IJsland gids van Arnold Janssen, de wandelgids van Rother en wat we zo links en rechts hadden gehoord doorkruisten wij IJsland. Het was een indrukwekkende belevenis waar ik nog steeds met veel plezier aan terug denk.

Mijn eerste bezoek aan de Brúarfoss?

Natuurlijk zie je in drie weken maar een klein stukje van de natuurschoon en de vele wonderen van IJsland. Ook hoorde ik de naam van een bijzondere waterval, de Brúarfoss. Op de kaart was deze waterval snel gevonden, zodat ik bij een volgend IJsland bezoek ook deze waterval op mijn lijst van wonderen bij kon schrijven. Helaas zijn er in IJsland twee watervallen die Brúarfoss heten. Vertaald betekend Brúarfoss brugwaterval, dus de naam is redelijk voor de hand liggend.

Na nog meer speurwerk vond ik de locatie van de Brúarfoss. Ik werkte inmiddels als gids op IJsland, en een van de chauffeurs waarmee ik samen werkte wist mij de exacte locatie te noemen. Tijdens een privéreis naar IJsland in 2006 stond ik eindelijk oog in oog met deze prachtige waterval. Ik leefde mij fotografisch helemaal uit en met weer een nieuwe ervaring op zak keerde ik huiswaarts.

Bij mijn volgende bezoeken aan IJsland wist ik als het enigszins kon deze waterval ook weer te vinden. Ander weer is een ander IJsland, dus ieder bezoek was anders. De foto’s bleven wel veelal hetzelfde. Je kent de mooiste standpunten en je weet wanneer het licht op zijn mooist is.  Dat is natuurlijk alleen waar bij de juiste weersomstandigheden. Zo baggerde ik al eens meer dan enkeldiep door de modder maar ook kniediep door de sneeuw.

Fotografische oververzadiging

Dan komt er een moment dat je weer terug bent bij de waterval en je eigenlijk niet weet wat je foto’s nog toevoegen aan de verzameling die je thuis al hebt. Je bent oververzadigd. Dan kun je drie dingen doen. Je kunt nog een keer dezelfde foto maken, maar wat is daarvan de lol? Je kunt ook gewoon geen foto maken en weer terugwandelen naar je auto, maar je bent er nu toch. Zonde van je tijd. Of… Je zoekt naar een andere invalshoek, een ander standpunt, een ander effect. Wat dan ook. Dat is waar je creativiteit invulling moet gaan geven aan de creatie van die “andere” foto.

Wat ik hier leerde, is dat ik dat niet moet doen als ik ergens voor de tweede, derde of misschien wel tiende keer kom, maar ook als ik ergens voor de eerste keer kom. De geijkte foto’s kent iedereen wel. Maak gerust die “geijkte” foto, maar ga niet weg voordat je die andere hebt.

Zo denk ik nog steeds terug aan die keer dat ik met blote voeten enkeldiep in het ijskoude water van deze rivier stond op zoek naar een ander standpunt. Duizenden naalden die aan alle kanten in mijn voeten staken, en het opkomende besef dat de stenen op de bodem van deze rivier ook best scherp waren. Maar dat is een ander verhaal, en dat komt nog wel eens voorbij bij “het verhaal bij een andere foto”.

Fossalar, de bekende onbekende

Komende vanuit het westen met de watervallen Seljalandsfoss, waar je achterlangs lopen kunt, de Skogafoss waarin je vaak een regenboog kunt spotten in de nevel en de Foss á Siðu waar je twee minuten eerder voorbijkwam en waarschijnlijk even de auto aan de kant wilde zetten, zou je de Fossalar bijna ongezien voorbij rijden.

In de “oudere” reisgidsen wordt hij niet eens vernoemd. Zittende in je (huur)auto zul je hooguit een glimp opvangen van deze prachtige waterval die eigenlijk geen naam mag hebben. Als je dan bij het passeren even niet oplet ben je er zonder te beseffen dat je iets heel bijzonders langs de route hebt laten liggen.

Voor mijn volgende bezoek

Ik moet er ook minimaal een keer of vijf aan voorbijgereden zijn zonder ook maar een moment het gas los te hebben gelaten. De eerste keer dat ik hem zag, was tijdens mijn eerste IJslandreis waarvoor ik als reisbegeleider/gids op pad was. Dat zal in 2007 zijn geweest. We waren even gestopt bij de basalt formatie Dverghamrar en reden net verder naar het oosten toen ik voor het eerst deze waterval zag. Voordat ik kon reageren waren we er al aan voorbij en was het voor mijn chauffeur te laat om nog te stoppen. Ik sloeg de locatie op in mijn geheugen om te bewaren voor mijn volgende IJslandreis.

Een jaar later, 2008, tijdens een privéreis stond ik hier voor het eerst stil om de waterval in al zijn glorie te fotograferen. Sinds die bewuste reis in 2008 ben ik hier nooit meer aan voorbij gereden zonder op zijn minst een half uurtje bij deze waterval, waarvan ik pas veel later leerde dat hij wel degelijk een naam had, stil te staan.

De uitzondering was maart 2017 toen de weg sneeuwvrij was, maar in de bermen zestig tot zeventig centimeter sneeuw een onneembare hindernis vormde om de bus te parkeren.

De Fossalar, een juweeltje op slechts een steenworp afstand van de hoofdweg.

Voor de liefhebbers is deze ook verkrijgbaar in zwart/wit

Selfoss, daar waar stenen drijven

Verwonderd kijk ik naar de stenen, drijvend op het water. Langzaam worden ze door de stroming naar de waterval getrokken waar ze door de kracht van het vallende water onder het oppervlak verdwijnen. Enkele tientallen centimeters verderop ploppen ze weer tevoorschijn. Hobbelend op het zacht schommelende water worden ze weer teruggetrokken door dezelfde stroming die ze net nog uitspuwde. Het luchtige puimsteen, door de stroming gevangen, houdt mijn blik gericht op deze kleine aftakking, stromend tussen het gitzwarte zand dat hier is afgezet door de achter mij woest kolkende gletsjerrivier, de Jökulsá á Fjöllum.

Op korte afstand van elkaar vind je hier de honderden meters lange en 11 meter hoge Selfoss, de krachtigste waterval van Europa, de Dettifoss, en niet veel verder de Hafragilsfoss. Ik voel me als een kind dat net een mooi cadeau heeft uitgepakt maar gefascineerd blijft spelen met de doos en het inpakpapier.

Honderden kubieke meter water stromen door de rivier alvorens hij mijn aandacht weer weet te veroveren. Mijn ogen dwalen over het kolkende water op zoek naar een vernieuwde of minstens een andere kijk op deze waterval.

De ingrediënten voor een goede foto

In mijn optiek heb je voor een goede foto slechts een paar ingrediënten die de foto standaard of boeiend maken. Het begint met standpunt, brandpunt en perspectief. Deze drie tezamen bepalen wat mij betreft echter slechts 25% van de dynamiek van je foto. De overige 75% heb je zelf niet in de hand. Dat is het aanwezige licht. Het licht is een gegeven. Een gegeven dat je enkel kunt accepteren zoals het je gegeven wordt.

Kruipend en strompelend over stenen nader ik langzaam maar zeker mijn “ideale” standpunt. In gedachten maak ik een kader om mijn “uitzicht”.  Als ik mijn eerste “controle” foto terugzie op mijn cameradisplay besef ik dat ik de perfecte plaats heb gevonden.  

 

 

Bezoek mijn printshop

 

 

Achteromkijken helpt niet

“Achteromkijken helpt niet,” aldus een citaat van de Nederlandse dichter Bergman (1921-2009). Het citaat gaat verder; “vooruitzien kan niet, wij hebben geen poot om op te staan.” Iedere fotograaf weet dat achteromkijken wel degelijk helpt. Wie enkel vooruitkijkt mist de halve wereld, aldus het citaat van de fotograaf Gerry van Roosmalen, 1963-20??.

Onlangs was ik op pad met de IJslandse gids Einar Rúnar Sigurðsson. Einar heeft een zesde zintuig voor het vinden van de mooiste ijsgrotten in de grootste Europese gletsjer, de Vatnajökull. Met zijn superjeep verruilden we de hoofdweg aan de zuidkust van IJsland met een jeep trail. Behendig stuurde Einar zijn superjeep door kuilen, over hellingen en door rivieren.

Een smeuïge ondergrond

Door de ingezette dooi zat er een kilometer voor de gletsjertong niets anders op dan de auto achter te laten en het laatste stuk te lopen. Lopen over het zompige terrein was al een avontuur op zich. Als je bij de ene stap vaste grond onder je voeten had, moest je bij de volgende stap ineens een sprintje trekken om te voorkomen dat je tot ver boven je enkels weg zou zakken in de smeuïge ondergrond.

Het voelde prettig om te staan op het duizend jaar oude ijs van de gletsjertong Breiðamerkurjökull. Slipvrij dankzij stevige crampons zette we koers naar de ijsgrotten. Als een kind in een snoepwinkel liep en kroop ik door de grotten. Lichtinvallen, ijsstructuren, watervalletjes en een kleurenpallet van helderwit tot diepblauw. Een ruimte die respect afdwong, zo’n ruimte waar je niet met elkaar spreekt, maar waar je begrijpend naar elkaar knikt in plaats van uit te schreeuwen hoe mooi het is. Een ruimte waarin je niet praat maar fluistert.  

In zo’n plaats wordt je overvallen door meer inspiratie dan tijd. Je wilt rustig werken, maar beseft ook dat je niet alle foto’s kunt maken die je zou willen maken. Dat zou nog niet kunnen al mocht je hier een hele week verblijven.

Claustrofobisch of niet?

Bij de ingang van een tweede grot informeerde Einar of ik wellicht claustrofobisch was. Nu denk ik van mezelf dat ik dat niet ben, maar op het moment dat ik mezelf door smalle gangetjes moet murwen, of laag over de grond moet kruipen om in een andere ruimte te komen schieten er wel eens verontrustende gedachten door mijn hoofd. Vooral “wat als”, of “stel je voor dat”.  Al die gedachten verdwenen dit keer op het moment dat ik aankwam in een van de wat grotere ruimtes van deze ijsgrot. Daar aangekomen bleven enkel de vragen; welk objectief moet ik gebruiken, welk diafragma is het best, waar is mijn draadontspanner en hoe zet ik hier in vredesnaam mijn statief neer.

Aan het einde van “mijn tijd” pakte ik de camera in en kroop terug door de smalle spelonken en onder hangende ijsformaties. Toen ik mij oprichtte stond ik oog in oog met bovenstaande beeld. Ik was daar onderdoor gelopen en had het niet gezien.

Achteromkijken helpt dus wel.

 

Bezoek mijn printshop

 

 

Een Halo, een bijzonder fenomeen

 

Het was al wat later in de ochtend op een mooie IJslandse winterdag. Het mos van het Eldhraun, een 585 vierkante kilometer groot lavaveld was bedekt met een mooi sneeuwdeken. Op de hogere delen staken stukken mos door het witte tapijt om maar vooral niets te missen van het aangename winterweer.

Bijzonnen of een ander fenomeen

Het felle licht van de zon weerkaatste op het witte tapijt zodat ik mijn ogen moest dichtknijpen tot kleine spleetjes. Op enige afstand van de zon, zowel links als rechts verschenen vreemde lichtvlekken die ik voor bijzonnen hield. Het verschijnsel bleef maar een paar minuten zichtbaar, maar ik prijsde mezelf gelukkig hiervan even getuigen geweest te zijn.

Mijn reis ging verder richting het oosten totdat ik de afslag naar de Svínafellsjökull, een van de mooiere gletsjertongen van de Vatnajökull, nam. Ik parkeerde de auto en liep naar de gletsjer.

Een duidelijke Halo omcirkelde de zon

Was hij net pas ontstaan, of viel hij me nu pas op? Een wijde ring van licht omcirkelde de zon. Een Halo!

Een halo ontstaat op dezelfde manier als een regenboog, waarbij een regenboog zijn oorsprong vindt in vloeibare waterdruppels, regen dus, en een halo in ijskristallen. Waar een regenboog zich altijd recht tegenover de zon manifesteert, vind je de halo juist in de richting van de zon.

Keuzestress is ook voor fotografen een dilemma

Met dichtgeknepen ogen bewonderde ik de halo die natuurlijk fotografisch gezien niet op de juiste locatie aan de hemel stond. Ik moest mijn aandacht verdelen tussen het blauwe ijs van de Svínafellsjökull en de kring rondom de zon. Voor een fotograaf een zware opgaaf want zowel de gletsjer als de Halo waren deze dag bijzonder fotogeniek.

Wetende dat de gletsjer langer zou blijven liggen dan dat de Halo zich zou manifesteren besloot ik me vooral op de Halo te richten. Ik plaatste mijn 12mm objectief (groothoek) op mijn camera en zocht naar een punt waar ik beide natuurverschijnselen binnen één plaatje kon vangen.

Bezoek mijn printshop

 

 

Winters IJsland, een koude omgeving om warm van te worden

De dagen worden korter, temperaturen dalen. Binnen is het aangenaam warm, buiten slaat de snoeiharde wind je om de oren. De gletsjers houden angstvallig hun water beter vast waardoor het peil van de rivieren daalt. Het geweld van het vallende water slaat de druppels uiteen tot fijne nevels die door de ijskoude begroeiing en rotsen meteen worden gegijzeld. Laag voor laag voor laag.

Structuren in vele vormen en maten vormen zich. Kleuren trekken zich terug. Het landschap is teruggebracht tot een kleurenpallet van wit, blauw en diverse grijstinten. Een koude omgeving om warm van te worden.

Glibberend naar beneden

Ik sta aan de top van een van de beroemdste IJslandse watervallen, de Gullfoss. Het pad naar beneden is glibberig. Platgetrapte sneeuw door twee keer zoveel voeten als bezoekers hebben de sneeuw samengeperst tot een baan van ijs.

Mijn schoenen worden voorzien van crampons. Zijn metalen punten vinden goed houvast in het compact getrapte ijs onder mijn voeten. Achter mij voel ik de jaloerse blikken van de cramponloze medemens die niet anders kan dan de schoonheid van de ijssculptuur van boven te aanschouwen.

Overmoed, een realistisch gevaar in IJsland

Ondanks de aanwezigheid van mijn crampons, of beter gezegd dankzij mijn crampons, ben ik nog bewuster van iedere stap die ik zet. Het grootste gevaar zit hem immers in de overmoed die je kunt krijgen door gebruik te maken van hulpmiddelen. Hulpmiddelen zijn ten slotte geen wondermiddelen.

Zou het kunnen? Hier staan om je heen kijken en niet op zijn minst heel even ontroerd zijn? Ik heb vlinders in mijn buik. Verliefd zijn op een landschap, kan dat? Ik vind me zelf terug, zittend op mijn knieën terwijl ik de omgeving minutieus in mij opneem. Nog even kijken zonder camera. Het moment in mijn geheugen vast leggen als een dierbare herinnering.

 

Bezoek mijn printshop