Ik ben geen stadsmens. Ik voel me er niet thuis, heb continu het idee dat ik op mijn hoede moet zijn, het is lawaaierig, druk en vaak stinkt het. Nee, geef mij maar de weidsheid van een landschap en de frisse lucht van de bergen.
Hallo Buenos Aires
Toen we hoorden dat onze reis naar Patagonia via Buenos Aires zou gaan waar we dan in verband met de juiste aansluiting onszelf ook nog twee dagen moesten vermaken probeerden we natuurlijk eerst om een andere vlucht te nemen. Toen dat niet mogelijk bleek te zijn bedacht ik mezelf dat het dan wel handig zou zijn om wat leesvoer mee te nemen en twee dagen door te brengen in de hotelkamer.
Thuis als je moe bent van alle dagelijkse beslommeringen lijkt dat nog best een goed idee. Een idee wat natuurlijk niet standhoudt want na een uur in zo’n hotelkamer komen de muren al op me af en wil ik eruit. (Behalve ’s-nachts natuurlijk, dan kan ik best blijven liggen).
Binnen 10 stappen sta ik al op scherp
En zo bevind ik me plotseling bij een temperatuur van bijna 30 graden in hartje Buenos Aires. Met de camera in mijn hand stap ik het hotel uit. Ik sta nog geen 10 stappen buiten de deur en wordt al aangesproken door een wild gebarende man die mij waarschuwt de camera weg te stoppen, want het is hier niet veilig, en er zijn best wel veel mensen die graag de camera van mij willen overnemen.
Ik sta meteen op scherp en kijk goed om me heen of tegelijkertijd niet iemand achter mij probeert mijn portemonnee of telefoon te rollen, of dat er iemand anders opvallend dicht bij ons komt staan. Dat is allemaal niet het geval, dus de waarschuwing van de man lijkt oprecht. Daar begint het gesodemieter al denk ik. Ik moet op mijn hoede zijn.
De camera verdwijnt in een onopvallende linnen tas die nonchalant over de schouder hangt. We blijven er natuurlijk uit te zien als die toerist, hier waarschijnlijk beter bekend als “la presa”, “de prooi”.
La Boca in het straatje Caminito (wat weggetje betekend)
We wandelen door de stad met als doel de wijk “La Boca”. Een wijk met gekleurde huisjes. De huisjes zijn gekleurd door de bewoners om op die manier de dagelijkse sores en de armoede te vergeten. La Boca, waar volgens de boekjes op straat nog live de tango wordt gedanst.
We maken gebruik van de straten waar we niet alleen, en daardoor waarschijnlijk veiliger zullen zijn. We komen dan ook ongeschonden in La Boca aan. La Boca zou best mooi kunnen zijn als volkswijkje zoals in de boekjes te lezen was. We komen alleen geen enkele bewoner tegen. Wel veel terrasjes, souvenirwinkeltjes, eettentjes, barretjes en heel veel toeristen.
Een tango van twee minuten
De tango wordt gedanst, maar de ruimte die het dans duo heeft, bedraagt ongeveer 2 vierkante meter. De muziek is niet live maar komt vanuit een oude laptop en wordt weergegeven op erg slechte luidsprekerboxen. Hierdoor lijkt het geluid wel erg authentiek en toch nog uit een ouderwetse, met springveer op spanning gebrachte, pathefoon te klinken.
Een dansje duurt ongeveer twee minuten waarna een buiging wordt gemaakt, het applaus in ontvangst wordt genomen en met de hoed wordt rondgegaan.
Een stukje verderop kun je dan op de foto met een echte tangodanser of danseres net naar gelang je voorkeur. Er wordt geen stap gedanst, en de foto wordt gemaakt met je eigen camera waarvoor de meeste mensen dan hun telefoon tevoorschijn halen, gevolgd door de portemonnee, want voor de foto moet natuurlijk betaald worden.
Niet veel later staan we oog in oog met Maradonna. Ja, hij zit er echt. Een wilde bos haar, een blauwwit shirt aan zijn lijf, en als je geen verstand of interesse hebt in voetbal lijkt hij misschien nog best op een verre neef of oom van de echte Maradonna. Tegen betaling mag je met je held op de foto.
Het duurt even voordat ik geacclimatiseerd ben aan dit stadse tafereel en ik mijn camera tevoorschijn haal. Met een beetje geduld en wachtend op het juiste moment zijn er in La Boca voor fotografen ook best nog leuke plaatjes te schieten.