Komende vanuit het westen met de watervallen Seljalandsfoss, waar je achterlangs lopen kunt, de Skogafoss waarin je vaak een regenboog kunt spotten in de nevel en de Foss á Siðu waar je twee minuten eerder voorbijkwam en waarschijnlijk even de auto aan de kant wilde zetten, zou je de Fossalar bijna ongezien voorbij rijden.
In de “oudere” reisgidsen wordt hij niet eens vernoemd. Zittende in je (huur)auto zul je hooguit een glimp opvangen van deze prachtige waterval die eigenlijk geen naam mag hebben. Als je dan bij het passeren even niet oplet ben je er zonder te beseffen dat je iets heel bijzonders langs de route hebt laten liggen.
Voor mijn volgende bezoek
Ik moet er ook minimaal een keer of vijf aan voorbijgereden zijn zonder ook maar een moment het gas los te hebben gelaten. De eerste keer dat ik hem zag, was tijdens mijn eerste IJslandreis waarvoor ik als reisbegeleider/gids op pad was. Dat zal in 2007 zijn geweest. We waren even gestopt bij de basalt formatie Dverghamrar en reden net verder naar het oosten toen ik voor het eerst deze waterval zag. Voordat ik kon reageren waren we er al aan voorbij en was het voor mijn chauffeur te laat om nog te stoppen. Ik sloeg de locatie op in mijn geheugen om te bewaren voor mijn volgende IJslandreis.
Een jaar later, 2008, tijdens een privéreis stond ik hier voor het eerst stil om de waterval in al zijn glorie te fotograferen. Sinds die bewuste reis in 2008 ben ik hier nooit meer aan voorbij gereden zonder op zijn minst een half uurtje bij deze waterval, waarvan ik pas veel later leerde dat hij wel degelijk een naam had, stil te staan.
De uitzondering was maart 2017 toen de weg sneeuwvrij was, maar in de bermen zestig tot zeventig centimeter sneeuw een onneembare hindernis vormde om de bus te parkeren.
De Fossalar, een juweeltje op slechts een steenworp afstand van de hoofdweg.
Voor de liefhebbers is deze ook verkrijgbaar in zwart/wit
