Menu Sluiten

De vele gezichten van de Lómagnúpur

Tientallen kilometers, zelfs meer dan een uur rijden voordat je de berg passeert staat hij al dominant en statig in het landschap. Eenmaal de berg voorbij blijft hij nog minstens zolang zichtbaar in je spiegels. De Lómagnúpur. Als je de naam vertaald naar een Nederlandse naam kom je uit op “de eenzame piek”.

En de piek is eenzaam. De bijna 700 meter hoge berg die ooit als landtong oprees uit de zee staat nu als herinnering aan de laatste ijstijd prominent aan de rand van het Skeiðarársandur. Ver van de zee die de berg in een ver verleden omsloot.

Een berg met een bloedige geschiedenis

De meeste reizigers draaien op het moment van het passeren even hun nek om en gunnen de berg een korte blik.  Afgeleid door het uitzicht op de gletsjertong Skeiðarárjökull, of de hoogste berg van IJsland, de Hvannadalshnjúkur wordt het gaspedaal nog iets dieper ingetrapt. De gletsjer lonkt…

Wie over meer zelfbeheersing beschikt weet de auto hier te parkeren en ziet een bijzondere berg. Een bijzondere berg die ook nog onderdeel uitmaakt van een van de beroemdste IJslandse saga’s; “De verbranding van Njáll. Lomagjenoepoer zoals je het zou uitpreken is het huis van een van de vier IJslandse beschermheiligen; de reus Járngrímur.

In Njáls saga opent de berg zich en stapt Járngrímur naar buiten. De reus noemt de namen van de 25 mannen uit deze saga die verantwoordelijk zijn voor de verbranding van Njáll. Binnen korte tijd sterven al deze mannen een gewelddadige dood.

Het plaatje wordt compleet

Een van de eerste keren dat ik hier stopte zal in 2005 zijn geweest. Ook ik had de voorgaande keren even mijn hoofd gedraaid en me daarna gericht op de gletsjer. Ik was de berg al voorbijgereden toen ik in mijn spiegel keek. De roze blauwe lucht, een sliert bewolking… Het plaatje was plotseling compleet.

Sinds die keer sta ik iedere keer klaar om de bus of auto aan de kant te zetten. De ene keer houdt een dreigende wolk de berg in de greep, de andere keer ligt er sneeuw op de toppen. Soms is de voorgrond een groen grasland, soms een dorre steppe. Het mooiste vind ik toch de windstille dagen als een rimpelloos meertje van regenwater zich aan de voet van de berg heeft gevormd.

De vele gezichten van de Lómagnúpur

De ene keer blijf ik lang, de andere keer jaagt een regen of hagelbui me terug in de warme beschutting van de auto. Maar iedere keer als ik stop staat er een andere “eenzame piek”, en toont IJsland mij een van de vele gezichten van de Lómagnúpur.

 

 

Bezoek mijn printshop

 

 

Het late ochtendgloren…

Het is ongeveer 08:00 uur als we wakker worden in onze vakantiewoning ergens aan het begin van het Snæfellsness schiereiland op IJsland. Vandaag hebben we een ontmoeting met het ochtendgloren. We hebben nog wat tijd over voor een goed ontbijt, een douche en het vinden van een goede plek voor onze ontmoeting.

Het is halverwege januari en dus hartje winter in IJsland. Dat wil zeggen dat zelfs het ochtendgloren uitslaapt. We zullen hem of haar dan ook niet eerder hoeven te verwachten dan omstreeks 11:00.

Wat zegt het woordenboek over het ochtendgloren?
1) Aanbreken van de dag 2) Begin van de dag 3) Begin van de ochtend 4) Dageraad 5) Het aanbreken van de dag 6) Morgenschemering 7) Morgenstond 8) Ochtendstond 9) Zonsopgang.

Er is nog voldoende tijd maar hebben ook nog een flinke rit voor de boeg. Het liefst heb ik de mythische gletsjer Snæfellsjökull, minimaal in zicht op het moment dat het ochtendgloren zich voltrekt.

Naar Ytri Tunga

Als we beginnen aan de rit is het nog aardedonker. Toch kleurt de onderzijde van de wolken al rood, dieprood. De afstand tot onze eerste fotostop bedraagt dan ook niet meer dan luttele honderden meters. Niet handig dus als je nog ongeveer 100 kilometer voor de boeg hebt naar het plaatsje Ytri Tunga. Vanaf Ytri Tunga is het door mij eerdergenoemde uitzicht op de Snæfellsjökull, meestal grandioos.

De lucht kleurt langzaam van donker- naar azuurblauw. De wolken staan hun kleur af aan de sneeuw die roze tot rood kleurt. We stoppen nog enkele keren uit angst de mooiste kleurschakeringen te missen maar vinden onze bestemming nog voor de zon zich boven de horizon verheft.

Een grandioos kleurenpallet

De bergen gitzwart, de sneeuw spierwit, de lucht bijna diep purple. Onder de indruk van het onaardse kleurenpalet zou je bijna vergeten je foto te maken.
 

Bezoek mijn printshop

 

Zomaar een steen, of “Zowaar een steen”

Toen begin dit jaar vanwege de fors toegenomen drukte de route naar een van mijn favoriete watervallen op IJsland werd afgesloten voor alle verkeer had ik eigenlijk een beetje de pest in. Het had mij in het verleden behoorlijk wat moeite gekost om die route te vinden. Maar ik begreep het wel. De route startte vanaf een park met vakantiewoningen met beperkte mogelijkheden om te parkeren, en nu konden de bewoners vaak hun eigen huis niet eens meer bereiken door de kriskras door elkaar geparkeerde auto’s of kapot gereden wegen.

Nu had ik in het verleden al eens bedacht om te parkeren bij de brug over de rivier Brúar en dan stroomopwaarts te gaan lopen. Ik had alleen geen idee of je op die manier bij de waterval kon komen, en hoe lang je er dan over zou doen.

Minimaal 4 kilometer

Onlangs parkeerde ik mijn auto bij die brug. In een rechte lijn scheidde slechts 2,7 kilometer mij van mijn bestemming. In tegenstelling tot de wandelpaden die we in Nederland veel zien, zijn de wandelpaden in IJsland zelden te volgen langs een rechte lijn. Ik gokte op minimaal 4 kilometer, trok mijn jas aan, pakte wat eten en snacks in voor onderweg en begon gewapend met een volle rugzak aan fotoapparatuur aan mijn nieuwe “avontuur”.

De eerste 500 meter waren saai. Enorm saai. De tweede 500 meter waren dat ook, maar een vijftal IJslandse paarden zorgde voor vermaak. Ze kwamen dicht, erg dicht in mijn comfortzone. Ondanks het bordje aan het begin van de route dat vroeg om de dieren niet aan te halen, kon ik het niet laten ze even te aaien. Ten slotte waren het ook de paarden die mij aanhaalden en niet andersom. Ik voelde mezelf niet in overtreding.

Viscositeit van modder en een vuile broek

Hoe leuk deze paarden ook zijn, na het nemen van een paar foto’s nam ik afscheid en vervolgde mijn nieuwe pad. Het was niet te vermijden zo nu en dan een paar stappen door modder te moeten zetten. Modder die beschikte over de juiste viscositeit om de modder die onder druk van mijn schoenzolen, zo nu en dan wist op te spuiten tot halverwege de knie van mijn andere been. Waar je in het begin nog voorzichtig stapt om je broek schoon te houden, besef je al snel dat het schoonhouden van je broek niet behoort tot de mogelijkheden van deze wandeling.

Eenmaal de conclusie van het onvermijdelijke smerig worden van m’n broek te hebben getrokken ging de wandeling een stuk sneller. Ik stapte stevig door maar werd al weer snel tot de orde geroepen door de aanblik van het fantastische landschap dat zich steeds voor mij ontvouwde. Er waren een paar mooie watervallen op de route waaronder de Hlauptungufoss even later gevolgd door de Miðfoss. Twee van de vele plekken die zo mooi waren dat ik daar de nodige tijd fotograferend moest doorbrengen. Zoveel tijd dat ik niet eens wist of ik mijn doel, de Brúarfoss vandaag nog zou bereiken. Vond ik dat erg? Nee! Absoluut niet. Ik was gestuit op een stukje vrijwel ongerept IJsland.

Klein en simpel kan ook

Voor een boeiende foto hoeft het niet altijd groot of groots te zijn. Klein en simpel maakt vaak ook mooie plaatjes. Ik was voorgenoemde watervallen nog maar net voorbij toen mijn oog viel op een steen. Zomaar een steen. Een steen in de rivierbedding die door het snelstromende water in een woeste omhelzing werd gehouden.

Wat kon ik doen? Ik plaatste mijn camera op het statief. Daarna bevestigde ik een voor het moment geschikt geacht filter, zocht naar een mooie compositie en drukte af. Ik maakte een foto van zomaar een steen, of moet ik zeggen “ik maakte een foto van zowaar, een steen”.

Bezoek mijn printshop

 

 

De spectaculaire uitbarsting van de Strokkur

De spectaculaire uitbarsting van de Strokkur

Hoe vaak stond ik niet op deze plek? In de regen, bij harde wind, in de vrieskou, soms gewoon erg vroeg, of zoals hier bij een mooie blauwe hemel met hier en daar een wolkje. De keren dat ik getuige mocht zijn van de spectaculaire uitbarsting van de Strokkur zijn allang niet meer op één hand te tellen. Handen en voeten, heb je hiervoor nodig, en dan nog kom je tekort.

De mooiste keren vergeet je niet snel

Die ene keer dat ik erg vroeg wakker werd en de hemel buiten in vuur en vlam stond was er één om nooit meer te vergeten. Het was rond 05:30 en ongelooflijk koud. Op het gepruttel van wat stoompotjes en het geluid waarmee de uitbarsting van de Strokkur gepaard gaat na, was het doodstil.

Aan de rand van de Strokkur, op veilige afstand, zette ik mijn statief klaar en monteerde mijn camera. Toen alles goed was ingesteld was het wachten op de uitbarsting. Langzaam klotste het water steeds tegen de rand van de 26 meter diepe put en maakte daarbij een zacht bonkend geluid. Een geluid dat je overdag door de massa mensen en het rumoer die dat met zich meebrengt meestal niet hoort. Nu wel, een bijna regelmatige gebonk alsof je de hartslag van de geiser kon horen.

Wat is erger? Een kapotte knie, of een gekrenkt ego?

Ik had het niet snel genoeg door, maar de wind was gedraaid, en het opgestuwde water van de Strokkur kwam als een douche over mij en mijn camera naar beneden. Een fractie van een seconde voor het water ons raakte had ik het door en greep ik mijn camera met statief en al van de grond. In een poging te ontsnappen aan al dat watergeweld wilde ik een stap opzijzetten. Natuurlijk wist ik, of had ik kunnen weten, dat in de richting waarin ik wilde vluchten een grote steen lag. Nadenken en snel reageren gaan echter niet altijd goed samen zodat ik even later met camera en statief in mijn hand een buiteling maakte over eerdergenoemde steen.

Bijna zo snel als ik was gevallen stond ik ook weer op. En het eerste wat ik deed was om me heen kijken of iemand het had gezien. Nee, gelukkig ik was nog steeds alleen, en als niemand het heeft gezien is het dan eigenlijk wel gebeurd?

Ik controleerde eerst mijn camera, maar die had geen schade. Daarna kreeg mijn knie een korte inspectie, want er sijpelde wel wat bloed door mijn broek heen. Het viel allemaal best mee. Op een kapotte knie en een gekrenkt ego na was er niets aan de hand.

En onder de juiste omstandigheden…

Bij bovenstaande foto ging alles wel goed. Voor het eerst in lange tijd waren de omstandigheden goed voor een tegenlicht opname. De zon brandde fel, de lucht was blauw en aan de overkant stonden geen mensen in de weg. Ik stelde mijn camera in en met mijn draadontspanner en mijn handen diep in mijn zakken maakte ik een serie foto’s waarvan ik dit de mooiste vond.

Bezoek mijn printshop

 

 

Het is weer deze tijd van het jaar

De takken van de meer dan honderd jaar oude bomen in het Speulderbos kraken zachtjes als een briesje er vat op krijgt. Droge herfstblaadjes, door het briesje losgetrokken en ritselend in de wind laten zich gedwee meevoeren in hun onvermijdelijke val.

Opdampend vocht speelt met de binnenvallende zonnestralen. Zonnestralen die lijken op spotlights, gebruikt op het toneel van de vallende blaadjes.

De grond, de nog staande maar stervende bomen, dikke takken, -afgerukt door ouderdom of een storm uit het verleden- zijn nu het domein van de paddenstoelen. Het is duidelijk waar de term “als paddenstoelen uit de grond schieten” vandaan komt. Die paddenstoel, net achter mij, stond die er net ook al?

Door stilte omgeven

Omringd door “bosstilte” neem ik het bos in mij op, of… neemt het bos mij in zich op? Voorzichtig om de paddenstoelen niet te laten schrikken plaats ik mijn fotorugzak op de grond en open ik langzaam de ritssluiting. Langzaam, want zelfs het geluid van de ritssluiting verstoord de eerbiedwaardige stilte van het bejaarde woud.

Eerst zittend op mijn knieën, steunend op mijn ellebogen. Niet veel later plat liggend op mijn buik kruip ik tussen en over de slachtoffers van de herfst welke wellicht vorige week of zelfs gisteren nog hoog in een boom hingen. Losgerukt door een plotselinge windvlaag, in hun onvermijdelijke val hier neergedwarreld en nu gebruikt als het zachte deken waarop ik lig.

Vanuit deze comfortabele positie ben ik oog in oog met de vele paddenstoelen. Een mooi exemplaar staat in het “verkeerde” licht. De schaduw van een grote tak houdt hem uit de spotlight. Een briesje duwt de tak een klein momentje opzij. Niet lang genoeg voor een foto… Even geduld, wachten op een volgende bries.

Zo nu en dan kijk ik tevreden terug op het schermpje van mijn camera, maar nooit te lang want er is hier nog zoveel dat op de foto wil.

Bezoek mijn printshop

 

 

De geur van herfst

Deze morgen werd ik er plots door overvallen. Het was niet de mist die als een deken over de weilanden hing. Het was ook niet de vochtige koude die door het open slaapkamerraam zich een weg naar binnen had gebaand. Het zat hem niet in de serene stilte welke mist met zich meebrengt. Het was een combinatie van deze drie factoren gemengd met de geur van de verwarming die je enkel ervaart tijdens de eerste keer dat je de verwarming weer aanzet. De geur van herfst.

Geuren als herinnering

Geuren worden opgeslagen in je langetermijngeheugen en kunnen sterke emoties oproepen of herinneringen weer levendig voor de geest halen. De eerste geur die mij te binnen schiet is de geur van de favoriete parfum, – My Melody – van een vroeger vriendinnetje. Het is al meer dan 35 jaar geleden, maar mijn hersenen “ruiken” die geur nog steeds. Of de geur van ons “hok”. Een garage waar we vele avonden met vrienden bij elkaar kwamen om te kletsen, te feesten, verliefd te worden en waar ik voor het eerst een meisje zoende.

Duizenden dauwdruppeltjes op duizenden dennennaalden

Ik werp een blik naar buiten, maar kijk niet echt. Mijn werkelijkheid is niet naar buiten maar naar binnen gericht. Ik ruik vers vallend blad vermengd met de geur van een mistige ochtend. In de bijbehorende beelden wandel ik door een fris en zonnig herfstbos. Mijn ogen zijn gericht op mijn voeten. Mijn voeten zijn begraven in het dikke pak herfstbladeren welke ik, of ik nu wil of niet, met mijn voeten steeds hoger terug de lucht in probeer te schoppen.

Ik sta stil bij een dennenboom met een ontelbare hoeveelheid dauwdruppels. Glinsterende pareltjes in vele maten. De ene lijkt met zijn perfecte ronding parmantig en zeker op het fragiele dennennaaldje te blijven staan. Een wat grotere druppel ligt enigszins doorgezakt op diezelfde naald. Gulzig verorbert hij een van de kleinere druppeltjes waarbij hij zijn evenwicht verliest en in de diepte stort. Ontdaan van deze grote druppel wiegt het naaldje even heen en weer.

Met ingehouden adem

Terwijl ik mijn adem inhoud bevestig ik voorzichtig de camera op mijn statief. Nog voorzichtiger zet ik de poten op de grond. Met één oog zachtjes dichtgeknepen tuur ik door de lens op zoek naar de juiste uitsnede…

 

Bezoek mijn printshop

 

 

De fatale schoonheid

De gravel kraakt onder mijn banden, dikke stofwolken vormen nog lang een perfect spoor van waar we net reden. De hele carrosserie van de auto protesteert als we weer eens door een diepe met modder gevulde kuil rijden. We naderen het zwarte strand Reynisfjara met de ruim 60 meter hoge rotspieken, de Reynisdrangar. Het parkeerterrein kan een paar auto’s herbergen. Een klein houten hokje doet dienst als toilet. Toilet is wellicht een te luxe naam voor een hok met daarin een houten bankje met een rond gat waaruit een lucht opstijgt die je naar adem doet snakken. We zijn hier helemaal alleen, dus de deur blijft op een kiertje.

Tussen de rotsen door wandelen we de laatste 2 a 300 meter naar het strand en staan dan oog in oog met de fatale schoonheid van een van de pilaren van de Reynisdrangar.

Dat was toen, dit is nu

Maar dat was in 1999. Nu zoemen onze banden over asfalt. We komen aan bij Svarti Kaffi, een nieuw gebouw waar je zelfs voor IJslandse begrippen te dure broodjes en te dure koffie kunt drinken. Het toiletgebouwtje heeft plaats moeten maken voor toiletten waar je je behoefte kunt afrekenen met een creditcard, en waar je met de gratis WIFI kunt controleren of het echt wel zo hard waait, of je trots op Facebook je lunch kunt presenteren aan al die mensen die graag willen weten wat je zo al eet tussen de middag.

Ik vervolg het pad naar het strand waar niets is veranderd, of toch wel? De Reynisdrangar staan nog steeds op dezelfde plek, de basaltkolommen zien er niet anders uit als 18 jaar geleden en als ik omkijk sta ik nog steeds oog in oog met Dyrhólaey, een andere markante rotspunt aan de zuidkust van IJsland.

Veranderingen in de stroming

Toch is er iets veranderd, iets wat je niet zomaar kunt zien, maar wat je wel kunt ervaren. De zeestroming is veranderd. Zo nu en dan rolt een golf aanmerkelijk verder het strand op dan de golf ervoor. Het is raadzaam om minimaal 1 oog gericht te houden op de verraderlijke golven. Niet iedereen doet dat getuige de vele foto’s van mensen die hier regelmatig een nat pak halen en waarvan de rugzakken die zojuist nog naast hen op de grond stonden worden meegesleurd door de hebberige golven van de oceaan.

Meestal houden de golven het bij een waarschuwing en komen de mensen vrij met een nat pak en zijn ze wat spullen en hun ego kwijt. In ruil hiervoor krijgen ze de schrik van hun leven. Soms ook nemen de golven de mensen verder mee de zee op. Spelen wat met de spartelende lichamen. Als ze niet meer meespelen spuwen de golven de levenloze lichamen terug op het strand.

Vandaag staat er een flinke storm en zijn de golven totaal onvoorspelbaar. Ik richt mijn telelens op de door golven geteisterde basaltkolommen en wacht op het moment waarop de golven zich woest een weg omhoog banen. Klik… ik heb je.

Bezoek mijn printshop

 

 

De Kannesteinen

De hellingen worden steiler, de wegen smaller en de bochten volgen elkaar snel op. Na uren rijden bevind ik mij op het eiland Måløy. Het moet jaren geleden zijn dat ik hier was. Een markante steen heeft mij naar dit Noorse eiland teruggebracht.

In mijn negatieven of dia archief heb ik nog bewijzen van vorige bezoeken. Er zal ook wel een foto in een album zitten, maar verder heb ik enkel vage herinneringen aan deze paddenstoelvormige steen. Na tienduizenden jaren heeft een sterke westenwind die een verbond aanging met de oceaan de steen in deze vorm geërodeerd.

Mijn herinneringen

Zoals de wind en de oceaan de rots zijn huidige vorm hebben gegeven hebben mijn herinneringen ook het beeld van deze rots “hervormd”. In mijn herinneringen was de rots vele malen groter. Niet dat het geheel mij tegenvalt, maar ik ondervind wel dat herinneringen niet alleen worden door wat je ziet, maar ook door de indrukken die je opdoet. In de loop van jaren worden je herinneringen toch een vertroebeld geheel.

Zachtjes tikt de regen tegen de ramen van mijn camper. Ik hoef nergens heen. Voor mij ligt niet alleen de oceaan, maar ook een zee van tijd. Mijn timing is ook niet perfect. Het water staat nog te hoog om “mijn” foto te kunnen maken en mijn maag verraad mij dat het zo rond etenstijd moet zijn.

Niet veel later geniet ik tijdens het nuttigen van mijn “diner” van het uitzicht op de Kannesteinen en de bezoekers die minder tijd hebben of nemen om de steen als herinnering op te slaan. 

Verschillende fantasieën over Kannesteinen

Door het zakkende water wordt de steen steeds beter bereikbaar en fotogenieker. Ik daal af naar de rots. Afhankelijk van waar je gaat staan en de hoeveelheid fantasie die je hebt kijk je naar een paddenstoel, een geknotte wilg, een kloppend hart of een walvisstaart.  De Noren noemde de rots “Kannestolen” omdat ze vonden dat hij wat weg had van een eenbeenskrukje.

Bijna twee uur na aankomst is het water zover gedaald dat de foto’s die ik wilde maken ook gemaakt kunnen worden. De spectaculair gekleurde avondlucht waarop ik hoopte blijft achterwegen maar een paar vette wolken maken dat weer goed.

Kamperen verboden

Liefst had ik hier overnacht om in de late avond of vroege nacht nog te kijken voor foto mogelijkheden. Een bordje met daarop een duidelijke aanwijzing dat het verboden is om hier te kamperen kijkt mij vermanend aan. Als verdediging voer ik aan dat ik eigenlijk niet wil kamperen maar wil wachten op het juiste licht. Het bordje in onverbiddelijk en dwingt mij te vertrekken. Bovendien heb ik overmorgen een afspraak in Trondheim die ik niet wil missen.

Bezoek mijn printshop

 

 

Het is niet altijd alleen zwart-wit

In de loop van de jaren heb ik een enorm archief opgebouwd van foto’s. Er zitten juweeltjes tussen maar ook standaard plaatjes. Vakantiekiekjes en ook foto’s die ik eigenlijk beter in de digitale vuilnisbak kan gooien en die ik liever aan niemand laat zien. Foto’s zijn echter veel meer dan een registratie van de dingen die je tegenkomt. Zo kan ik enorm genieten van een imperfecte foto die misschien niet eens scherp is. Een foto waarvan de compositie aan alle kanten rammelt of om een andere reden niet “vertoningswaardig” is. De herinnering aan het moment dat je de foto maakte, of degene die er op staat maakt die foto waardevol.

Keuzestress

Voor “mijn foto en zijn verhaal” blader ik regelmatig door mijn foto’s. Dit keer werd ik overvallen door keuzestress. Keuzestress is een vreemd fenomeen. Je hebt zoveel om uit te kiezen dat je uiteindelijk geen keuze kunt maken.

Bij het zoeken naar een foto voor deze week werd ik onder uitgeschopt door keuzestress. Wanhopig zocht ik tussen de vele foto’s maar was niet in staat een keuze te maken. Soms kwam ik een geschikte foto tegen maar wist er geen verhaal bij te maken of vond het verhaal niet interessant genoeg.

Facebook pingeltje

Ik werd uit mijn trance gehaald door een piepgeluidje uit mijn computer die mij waarschuwde dat in Facebook iemand een vriendschapsverzoek had verstuurd. De naam van de verzoeker klonk niet bekend. Ik volgde mijn procedure voor het goed of afkeuren van een verzoek. Zo kijk ik altijd eerst naar de gemeenschappelijke vrienden, daarna naar gedeelde interesses. Vaak gaat het dan om mensen met passie voor fotografie, IJsland of een combinatie daarvan.

Naar aanleiding van bovenstaande criteria besloot ik het verzoek goed te keuren en weer verder te zoeken naar de foto toen ik weer door mijn computer werd gewezen op activiteit in de social media. Dit keer ging het om een messenger bericht van mijn zojuist nieuwverworven facebook vriend. Na over en weer wat gechat te hebben gaf hij aan dat hij op mijn naam was gewezen door zijn vader. Zijn vader zat bij mij aan boord van het zeilschip “De Noorderlicht” op onze reis rondom Spitsbergen in 2007.

Ik was natuurlijk ten eerste al zeer vereerd dat mijn naam 10 jaar na deze reis nog werd genoemd in combinatie met fotografie. Natuurlijk werd er nog een tijdje doorgechat en was ik tussen het chatten door weer even helemaal in de ban van mijn Spitsbergen foto collectie.

Bladerend door deze foto’s werd ik gegrepen door een soort van heimwee naar de koude kusten van Spitsbergen. Iets wat waarschijnlijk door iedere Spitsbergenganger wel wordt herkend.

Ook een egaal grijze lucht kan goed tot zijn recht komen

Bovenstaande foto werd gemaakt in Hornsund in een fjord in het zuidwesten van Spitsbergen. De omstandigheden waren perfect. Wie mij kent weet dat ik (in de fotografie) niet zo dol ben op blauwe luchten. Een egaal blauwe lucht komt voor mij op de tweede plaats van minst interessante luchten om bij te fotograferen. Op de eerste plaats staat de egaal grijze lucht.

Hoewel de zon zich best goed liet zien op deze foto wat je kunt zien aan de schaduwwerking werd de lucht achter de berg weergegeven als een egaal grijze lucht zonder enige gradatie. De nummer 1 van meest saaie luchten in de fotografie, en bij deze foto… werkt dat perfect.

 

 

Bezoek mijn printshop

 

 

Dansende Ballerina’s bij maanlicht

Als klein ventje was ik al gefascineerd door de pluizenbollen van de Taraxacum officinale al kende ik die toen alleen onder de naam paardenbloem. Een ordinaire naam voor een ordinaire bloem die meestal snel uit de tuin werd verwijderd zodra hij voorzichtig zijn gele kopje liet zien. De bloem werd voor mij pas echt interessant als de bloem was verdwenen en de witte pluizenbol tevoorschijn kwam.

Als je al die pluisjes in een keer weg kon blazen werd je 100 jaar en in mijn jeugdige bravoure wist ik zo vele malen die 100 jaar bij elkaar te blazen om vervolgens vol bewondering te kijken hoe al die zaadjes door de wind werden meegevoerd.

Van verwondering tot foto

Later toen ik de fotografie ontdekte werden de pluizenbollen natuurlijk een dankbaar object om te fotograferen. Als enkele bol, meerdere bollen bij elkaar of een bol waarvan een aantal zaadjes al ontbrak. Ooit heb ik  eens met een pincet net zolang de zaadjes uit zitten trekken tot ik een pluizenbol met hanenkam had gecreëerd. Dat zal in de/mijn punk tijd zijn geweest.

Het kan niet anders dan dat er een moment komt dat je het met die pluizenbol helemaal hebt gehad en je het fotograferen van dat ding overlaat aan al die anderen die nog steeds verwonderd kunnen raken door dit wonder der natuur. Ja, het blijft een wonder van de natuur. Wij groeien op met het gegeven van de paardenbloem en beschouwen hem als een stuk onkruid.

Het verschil tussen kijken en zien

Jammer dat onze kinderlijke verwondering verdwijnt en we de dingen met onze volwassen ogen gaan bekijken. Ga eens plat op je buik liggen en kijk eens goed naar zo’n paardenbloem. Als je er goed naar kijkt ga je hem misschien ook weer zien.

Bij het lezen van deze laatste zin denk je misschien, “maar dat is toch hetzelfde”? Ik wil dat meteen even rechtzetten. Er is een groot verschil tussen kijken en zien. Denk daar maar eens over na.

Vorig jaar zat ik in mijn studio met in mijn hand een pluizenbol. Ik had het ding van alle kanten bekeken en begon het opnieuw te zien. Te zien met de kinderlijke verwondering alsof je het voor de eerste keer ziet.

De inspiratie begon te borrelen. Ik kon aan de slag. Van de studio wand rolde het zwarte karton naar beneden. Een zwart dienblad werd keurig waterpas gezet en tot de rand gevuld met water. De flitslichten werden neergezet, waarbij ik bij een van de lampen een blauwfilter plaatste. Dat had natuurlijk iedere andere kleur kunnen zijn, maar blauw is nu eenmaal mijn lievelingskleur en ik vond het mooi bij mijn onderwerp passen.

De kiem is gelegd

Voorzichtig plukte ik met behulp van een pincet een aantal zaadjes van de bol en plaatste deze voorzichtig op het met water gevulde dienblad. Eerst een enkel zaadje, maar dat was toch wel wat weinig. Ik voegde nog twee zaadjes toe om wat meer vulling in mijn beeld te krijgen. Helemaal tevreden was ik nog niet.

Kijkend naar het tafereeltje voor me bedacht ik dat de zaadjes die langzaam meedeinden met ieder zuchtje wind dat door mijn studio blies net een groepje ballerina’s was. Het zwanenmeer! Dat moest het worden. De pluizenbol voorzag mij van voldoende ballerina’s voor een uitvoering van het zwanenmeer. Voorzichtig dirigeerde ik de ballerina’s bij elkaar zodat ze een groepje vormde. Bij het zwanenmeer is één ballerina natuurlijk de sterdanseres. Die ontbrak nog in mijn foto. Met een klein stokje maakte ik de sterdanseres los van het groepje.

Gepassioneerd draaide zij haar rondjes terwijl ergens in het donker de fotograaf tevreden door zijn lens keek en afdrukte.

 

Bezoek mijn printshop