De takken van de meer dan honderd jaar oude bomen in het Speulderbos kraken zachtjes als een briesje er vat op krijgt. Droge herfstblaadjes, door het briesje losgetrokken en ritselend in de wind laten zich gedwee meevoeren in hun onvermijdelijke val.
Opdampend vocht speelt met de binnenvallende zonnestralen. Zonnestralen die lijken op spotlights, gebruikt op het toneel van de vallende blaadjes.
De grond, de nog staande maar stervende bomen, dikke takken, -afgerukt door ouderdom of een storm uit het verleden- zijn nu het domein van de paddenstoelen. Het is duidelijk waar de term “als paddenstoelen uit de grond schieten” vandaan komt. Die paddenstoel, net achter mij, stond die er net ook al?
Door stilte omgeven
Omringd door “bosstilte” neem ik het bos in mij op, of… neemt het bos mij in zich op? Voorzichtig om de paddenstoelen niet te laten schrikken plaats ik mijn fotorugzak op de grond en open ik langzaam de ritssluiting. Langzaam, want zelfs het geluid van de ritssluiting verstoord de eerbiedwaardige stilte van het bejaarde woud.
Eerst zittend op mijn knieën, steunend op mijn ellebogen. Niet veel later plat liggend op mijn buik kruip ik tussen en over de slachtoffers van de herfst welke wellicht vorige week of zelfs gisteren nog hoog in een boom hingen. Losgerukt door een plotselinge windvlaag, in hun onvermijdelijke val hier neergedwarreld en nu gebruikt als het zachte deken waarop ik lig.
Vanuit deze comfortabele positie ben ik oog in oog met de vele paddenstoelen. Een mooi exemplaar staat in het “verkeerde” licht. De schaduw van een grote tak houdt hem uit de spotlight. Een briesje duwt de tak een klein momentje opzij. Niet lang genoeg voor een foto… Even geduld, wachten op een volgende bries.
Zo nu en dan kijk ik tevreden terug op het schermpje van mijn camera, maar nooit te lang want er is hier nog zoveel dat op de foto wil.