Hvítserkur, de dinosaurus van IJsland
De vele met water gevulde kuilen, of eigenlijk beter gezegd de met modder gevulde kuilen, van wegnummer 711, zijn de eerste hindernis om tot aan de trolrots Hvítserkur te komen. Ondanks het voorzichtig tussen de kuilen door manoeuvreren is het niet te voorkomen dat de auto tot aan het dak wordt bedekt met de oranje modder. De ruitenwissers draaien overuren, en door de zijraampjes is al lang niets meer te zien.
Een bijna loodrechte wandeling naar beneden
Het laatste stuk duikt de weg steil naar beneden, niet erg steil, maar genoeg om dankbaar te zijn dat we in een 4×4 auto rijden. Vanaf de parkeerplaats heb ik twee opties. De ene is de veilige maar langere wandeling naar beneden, de andere is de korte maar bijna loodrechte wandeling naar het ongeveer twintig meter lager gelegen strand. Een strand dat bij hoog water bijna helemaal verdwijnt, maar bij eb de meest fantastische patronen in het zand tevoorschijn tovert.
De trol Hvítserkur probeerde nog een veilig heenkomen te vinden
Ik kies voor de tweede variant, al was het alleen maar omdat je vanaf het begin van het steile stuk een mooi zicht hebt op de dinosaurus rots. De rots die volgens de folklore een trol van het schiereiland Vatnsnes was. Trollen zijn doodsbang voor het christendom, en deze trol was vastbesloten om de klokken van het klooster þingeyraklaustur te vernielen. In al zijn woede om de klokken te vernielen, merkte de trol te laat op dat de zon op ging komen. De trol probeerde nog een veilig heenkomen te vinden, maar werd door de eerste zonnestralen tot steen getransformeerd.
Ik sta ondertussen aan de voet van Hvítserkur en geniet van deze 15 meter hoge rots, die vandaag in combinatie met de ondergaande zon en het vergezicht op de bergen een prachtig schouwspel biedt.