Menu Sluiten

Sfeer of Technische perfectie

Zaadpluis van het Wildemanskruid

Het is het verschil tussen een foto “zien” of een foto “voelen”. Gaat het in een foto om sfeer of technische perfectie? Als je een foto gaat beoordelen, waar kijk je dan als eerste naar?

Beschouwingsafstand

Bezoek maar eens een expositie. Mensen die weinig of geen verstand hebben van de technische kant van de fotografie kijken anders dan de doorgewinterde fotografen. Ze lopen langs de panelen en houden een bepaalde afstand om de foto in zijn geheel te bekijken. Vanaf die afstand geven ze een mening over wat ze zien. Die mening reflecteert dan vaak het “voelen” van de foto.

De doorgewinterde – of denkende dat hij een doorgewinterde fotograaf is – daarentegen kijkt anders naar de foto. Criterium één voor hem/haar is dat de foto “gestoken” scherp moet zijn. Op een afstand van nog geen 10 centimeter, vaak gewapend met leesbrilletje staan ze bijna pixel tellend te oordelen over de foto. Ze nemen de technische kant van de foto onder de loep, en vergeten daarbij vaak de “sfeer” van de foto te voelen.

Het is ook niet moeilijk om een mening over een foto te hebben. Ik heb ook bijna altijd een mening. Maar doet mijn mening of iemands mening over de technische kant van een foto ertoe als je bij het kijken naar de foto wordt overrompeld door een “wow” gevoel?

Gestoken scherpte

Doet het ertoe dat je niet weet waar je naar kijkt hoelang je je ogen ook over de foto heen laat dwalen? Doet het ertoe dat het moeilijk zo niet onmogelijk is om ergens op de foto iets van “gestoken scherpte” te ontwaarden?

Bovenstaande foto is voor mij geslaagd door de sfeer die hij uitstraalt. Vindt je dat genoeg, dan hoef je niet verder te lezen in dit blogje. Als je wel verder leest, dan weet je straks dat je kijkt naar de zaadpluis van de bloem die in Nederland bekend staat als Wildemanskruid. Voor wie dat niet ver genoeg gaat kan ik nog vermelden dat de Latijnse benaming Pulsatilla Vulgaris is.

Op mijn hypermoderne tot veel in staat zijnde fotocamera bevestigde ik een oud onooglijk in massaproductie nog geen € 20,00 tweede- of derdehands marktplaatslensje van het merk Helios. Het lensje staat bekend om het schitterende Bokeh.

Wat is Bokeh?

Bokeh is Japans, en vertaald betekend het onscherpte. Het gaat dus om de onscherpe delen in je foto. In deze foto ontbreekt het niet aan die onscherpe delen. Je mag dan ook van alles vinden van deze foto, je mag er ook van alles over zeggen, maar wat ik niet wil horen is dat hij niet echt gestoken scherp is.

Bezoek mijn printshop

 

Bij iedere foto een herinnering

Het is maandagmorgen. Ik blader door mijn foto’s op zoek naar de foto die deze week in de schijnwerpers komt te staan. Het lijkt makkelijker dan je zou denken. Mijn geheugen zit mij dwars. Ik onthoud te veel en weet daardoor vaak niet wat ik als eerste wil vertellen. Bij iedere foto een herinnering.

Zo bleef ik weer veel te lang hangen bij bovenstaande foto. Niet alleen het moment van deze foto, maar al die keren dat ik hier kwam waren momenten gevuld met herinneringen. Vaak was ik in het gezelschap van Ans, verschillende keren met vrienden, maar ook vaak in het gezelschap van mensen die ik nog maar een paar dagen eerder mocht leren kennen.

Die keer tijdens de winterreis

Die ene keer dat de waterval helemaal was omgeven door ijspegels zal ik nooit meer vergeten. Een waaghals had zich tot vooraan bij de waterval begeven en stond recht onder de grootste ijspegels die ik ooit had gezien. De temperaturen waren die dag boven het vriespunt gekomen en je hoorde het ijs boven het geluid van de waterval uit kraken.

Zijn vriendin volgde vol van bewondering de verrichtingen van haar vriend. Ik raakte zelf geïrriteerd door zijn gedrag. Niet alleen bevond hij zich op een gevaarlijke plek waar ieder moment enkele honderden, of in ieder geval tientallen kilo’s aan ijspegels van 20 meter hoog op hem neer konden storten. -Dat zou hij dan hooguit door een klein wonder nog kunnen overleven.- Maar hij stond ook hinderlijk in de weg voor een achttal fotografen die hier ook liever een maagdelijke waterval fotografeerden.

Ik vroeg haar of haar vriend goed verzekerd was. “Hoezo?”; was haar antwoord. Ik legde haar kort uit wat voor schade die ijspegels aan haar vriendje zouden uitrichten mochten ze hun strijd met de zwaartekracht staken. Haar antwoord was kort.  “Hij weet wat hij doet”.

De echo van haar antwoord hing nog in haar mond toen op de plek waar de jongeman twee seconden eerder nog stond een grote hoeveelheid ijspegels naar beneden suisde. Het kleine wonder was geschied. De pegels mistte hem op een haar na. Een verschil van twee seconden was het verschil geweest tussen leven en dood.

Net zo wit als de sneeuw snelde de jongeman terug naar de veilige plek op afstand van de waterval.

Glibberend over het ijs

Of die keer dat we bijna op handen en voeten moesten afdalen om bij de waterval te komen omdat het pad spiegelglad was geworden. Naar beneden is één ding, maar naar boven bleek toch wel een groot probleem te zijn.

Door elkaar te ondersteunen wisten we één van ons een stukje hoger op het pad te krijgen. Vanaf die hogere positie werd dan weer een uitgeschoven statief aangereikt waarlangs wij dan weer omhoog konden klimmen. Sinds die keer neem ik trouw mijn spikes voor onder mijn schoenen mee in de IJsland winterreizen.

Het voordeel van vaak terugkomen op dezelfde plekken is dat je tijd krijgt om te experimenteren en kunt zoeken naar het mooiste standpunt voor “de” foto. Wat mij betreft is het beste standpunt midden in de stroming op een paar rotsen. Daarvandaan is bovenstaande foto van de zwarte waterval, beter bekend als Svartifoss ook genomen.

Deze foto werd genomen door Hans van Dam. Een van mijn deelnemers aan de fotografiereis van 2014. Een bezoekje aan zijn site is ook meer dan de moeite waard. Hans van Dam Fotografie Kijk naar zijn foto’s en lees zijn poëtische verhalen. 

Bezoek mijn printshop

 

Het geheim van vuur en ijs

Mensen die mij al langer kennen, weten dat ik me graag bevind in het land van vuur en ijs, IJsland. Enkele jaren geleden gaf ik mezelf de opdracht om het vuur en ijs welke het land symboliseren in één foto te combineren. Ik had al snel een beeld voor ogen en verheugde me al op de experimenten die zouden volgen.

Om de vlammen mooi en fel tegen de achtergrond af te laten steken was voor mij de initiële setting al snel bepaald. De achtergrond moest donker zijn. Diep, diep zwart. Dat maakte het eerste deel al eenvoudig. Zwart karton is in mijn studio altijd aanwezig.

De ondergrond wilde ik graag spiegelend hebben. Bovendien moest die ook wisselende temperaturen kunnen weerstaan. Vuur en ijs liggen qua temperatuur nogal ver uit elkaar en een scheurende spiegel in combinatie met een brandbare vloeistof is niet iets waarop ik zit te wachten.

In mijn collectie achter- en ondergronden lag een plaat hoogglans aluminium. De ondergrond was dus ook al snel bepaald.

Het ijs was natuurlijk weer een ander verhaal. Of je gaat naar de supermarkt en koopt een zak van die blokjes, of je vult ijsklontzakjes, legt ze in de diepvries en wacht ongeveer 24 uur. Als fotograaf wordt je geduld toch regelmatig op de proef gesteld, dus die 24 uren waren ook nog wel te overbruggen.

Op zoek naar de juiste brandstof

Als brandstof koos ik spiritus. Een goed brandbare vloeistof waarmee ik in mijn vroege jeugd al vaak experimenteerde. De keuze van Spiritus was niet de juiste. Zonder het ijs begon ik in de studio met het in brand steken van plasjes spiritus. De Spiritus creëerde een mooie blauwe vlam. Alleen op de foto komt een blauwe vlam niet zo mooi over. Blauw is koel, en de vlam moest toch echt hitte uitstralen, en dan vooral hitte in de figuurlijke zin.

Terpentine dan maar… Ook dat was geen succes. Geen mooie vlammen. Brandgel en wasbenzine waren het ook niet helemaal, of beter gezegd helemaal niet.

Op zoek op internet. Aceton. Aceton gaf een mooie gele vlam. Nou heb ik best veel in huis, maar Aceton is een van de dingen die ik niet zomaar ergens heb staan. Even later zat ik op de fiets onderweg naar de drogisterij waar aceton toch wel in het assortiment hoort te zitten.

Ongemakkelijk begaf ik mij naar de afdeling nagellak waar ik een behoorlijke tijd, terwijl andere bezoekers mij vreemd aankeken op zoek was naar de nagellakremover. Ik had al een flesje in mijn hand toen ik een andere vloeistof zag staan. Ether. Ether is natuurlijk heel, heel erg brandbaar. Ik besloot voor beide te gaan, zowel aceton als Ether.

Thuis dook ik al weer snel de studio in. Het ijs was nog niet bevroren, dus legde ik andere (niet brandbare) attributen neer op de aluminium plaat. Mijn camera zette ik op statief en ik schatte in dat een vlam met een belichting van ongeveer twee seconde wel zichtbaar zou moeten zijn. Met behulp van flitslicht zorgde ik ervoor dat de attributen goed belicht werden.

Nu nog het licht in de studio dimmen en ik was klaar voor mijn foto. Na het eerste resultaat maakte ik nog wat correcties totdat ik tevreden was met het resultaat. Vervolgens de combinatie met de Ether. Ether is erg vluchtig, dus voorzichtigheid was geboden. Om overslag van vlammen te voorkomen ging eerst de kachel in de studio uit.

De lucifers lagen onder handbereik, net zoals de draadontspanner. In het gedimde licht opende ik het flesje ether en gooide een volgens mij redelijk kleine hoeveelheid op de objecten die klaar lagen op de aluminium plaat. Vervolgens draaide ik de dop weer op het flesje en zette het afgesloten flesje zover mogelijk van mijn onderwerp vandaan. Terwijl de studio nu gevuld was met de lucht die me het meest deed denken aan de lucht in een operatiekamer ontstak ik een lucifer en hield die dicht bij de ether.

Even dacht ik dat Satan in hoogsteigen persoon bezit kwam nemen van mijn studio. Slechts één seconde, misschien iets langer sloeg een vlam zowat tot aan het plafond van mijn studio. De vlammen vielen al snel terug tot de gewenste proporties. Terwijl de vlam nog ongeveer 15 centimeter hoog was drukte ik op de afstandsbediening van mijn camera. Enkele seconden later zag ik het ontstane beeld op het display van mijn camera verschijnen. Ik was tevreden.

Die avond was het water in de diepvries verworden tot blokjes, of beter gezegd bolletjes ijs. Het ijs werd zorgvuldig op de aluminiumplaat gelegd en overgoten met de ether. Niet teveel natuurlijk, want je wilt geen aanspraak hoeven maken op je brandverzekering, maar ook niet te weinig zodat de ether alweer vervluchtigd is alvorens ik het flesje veilig zou kunnen opbergen en de lucifer kan laten ontbranden.

Terwijl de vlammen zo nu en dan het plafond in mijn studio kietelden dacht ik aan de vroegere Romeinse keizer Nero. Nero, die ook zo veel inspiratie wist te halen uit enkele vlammen.

Bezoek mijn printshop

Enkele jaren geleden inspireerde deze foto de dichter Julius Dreyfsandt zu Schlamm tot het schrijven van een gedicht.  

De ontstane poëzie en fotografie smolt samen tot Foëzie

in vuur en vlam
dooft zij het naakte lijf
langs een robe van ijzige blokken
die dooien aan opvrijende benen

haar gezicht huist
in een vragende schaduw
zij wil haar blik niet aan mij vertonen
enkel hem zonder schroom
met een onaantastbare
verleiding belonen

zij bespeelt een minnaar
die ook door adem is omhuld
en in hetzelfde verlangen is gekleed

in deze pas de deux
is pure passie
door dragende zuchten
te vermoeden

enkel beider ogen hebben weet
van zuigende harten
hun driften mogen
een onthulling bevroeden

Foëzie in mijn webshop vind je hier: Foëzie