Mensen die mij al langer kennen, weten dat ik me graag bevind in het land van vuur en ijs, IJsland. Enkele jaren geleden gaf ik mezelf de opdracht om het vuur en ijs welke het land symboliseren in één foto te combineren. Ik had al snel een beeld voor ogen en verheugde me al op de experimenten die zouden volgen.
Om de vlammen mooi en fel tegen de achtergrond af te laten steken was voor mij de initiële setting al snel bepaald. De achtergrond moest donker zijn. Diep, diep zwart. Dat maakte het eerste deel al eenvoudig. Zwart karton is in mijn studio altijd aanwezig.
De ondergrond wilde ik graag spiegelend hebben. Bovendien moest die ook wisselende temperaturen kunnen weerstaan. Vuur en ijs liggen qua temperatuur nogal ver uit elkaar en een scheurende spiegel in combinatie met een brandbare vloeistof is niet iets waarop ik zit te wachten.
In mijn collectie achter- en ondergronden lag een plaat hoogglans aluminium. De ondergrond was dus ook al snel bepaald.
Het ijs was natuurlijk weer een ander verhaal. Of je gaat naar de supermarkt en koopt een zak van die blokjes, of je vult ijsklontzakjes, legt ze in de diepvries en wacht ongeveer 24 uur. Als fotograaf wordt je geduld toch regelmatig op de proef gesteld, dus die 24 uren waren ook nog wel te overbruggen.
Op zoek naar de juiste brandstof
Als brandstof koos ik spiritus. Een goed brandbare vloeistof waarmee ik in mijn vroege jeugd al vaak experimenteerde. De keuze van Spiritus was niet de juiste. Zonder het ijs begon ik in de studio met het in brand steken van plasjes spiritus. De Spiritus creëerde een mooie blauwe vlam. Alleen op de foto komt een blauwe vlam niet zo mooi over. Blauw is koel, en de vlam moest toch echt hitte uitstralen, en dan vooral hitte in de figuurlijke zin.
Terpentine dan maar… Ook dat was geen succes. Geen mooie vlammen. Brandgel en wasbenzine waren het ook niet helemaal, of beter gezegd helemaal niet.
Op zoek op internet. Aceton. Aceton gaf een mooie gele vlam. Nou heb ik best veel in huis, maar Aceton is een van de dingen die ik niet zomaar ergens heb staan. Even later zat ik op de fiets onderweg naar de drogisterij waar aceton toch wel in het assortiment hoort te zitten.
Ongemakkelijk begaf ik mij naar de afdeling nagellak waar ik een behoorlijke tijd, terwijl andere bezoekers mij vreemd aankeken op zoek was naar de nagellakremover. Ik had al een flesje in mijn hand toen ik een andere vloeistof zag staan. Ether. Ether is natuurlijk heel, heel erg brandbaar. Ik besloot voor beide te gaan, zowel aceton als Ether.
Thuis dook ik al weer snel de studio in. Het ijs was nog niet bevroren, dus legde ik andere (niet brandbare) attributen neer op de aluminium plaat. Mijn camera zette ik op statief en ik schatte in dat een vlam met een belichting van ongeveer twee seconde wel zichtbaar zou moeten zijn. Met behulp van flitslicht zorgde ik ervoor dat de attributen goed belicht werden.
Nu nog het licht in de studio dimmen en ik was klaar voor mijn foto. Na het eerste resultaat maakte ik nog wat correcties totdat ik tevreden was met het resultaat. Vervolgens de combinatie met de Ether. Ether is erg vluchtig, dus voorzichtigheid was geboden. Om overslag van vlammen te voorkomen ging eerst de kachel in de studio uit.
De lucifers lagen onder handbereik, net zoals de draadontspanner. In het gedimde licht opende ik het flesje ether en gooide een volgens mij redelijk kleine hoeveelheid op de objecten die klaar lagen op de aluminium plaat. Vervolgens draaide ik de dop weer op het flesje en zette het afgesloten flesje zover mogelijk van mijn onderwerp vandaan. Terwijl de studio nu gevuld was met de lucht die me het meest deed denken aan de lucht in een operatiekamer ontstak ik een lucifer en hield die dicht bij de ether.
Even dacht ik dat Satan in hoogsteigen persoon bezit kwam nemen van mijn studio. Slechts één seconde, misschien iets langer sloeg een vlam zowat tot aan het plafond van mijn studio. De vlammen vielen al snel terug tot de gewenste proporties. Terwijl de vlam nog ongeveer 15 centimeter hoog was drukte ik op de afstandsbediening van mijn camera. Enkele seconden later zag ik het ontstane beeld op het display van mijn camera verschijnen. Ik was tevreden.
Die avond was het water in de diepvries verworden tot blokjes, of beter gezegd bolletjes ijs. Het ijs werd zorgvuldig op de aluminiumplaat gelegd en overgoten met de ether. Niet teveel natuurlijk, want je wilt geen aanspraak hoeven maken op je brandverzekering, maar ook niet te weinig zodat de ether alweer vervluchtigd is alvorens ik het flesje veilig zou kunnen opbergen en de lucifer kan laten ontbranden.
Terwijl de vlammen zo nu en dan het plafond in mijn studio kietelden dacht ik aan de vroegere Romeinse keizer Nero. Nero, die ook zo veel inspiratie wist te halen uit enkele vlammen.
Enkele jaren geleden inspireerde deze foto de dichter Julius Dreyfsandt zu Schlamm tot het schrijven van een gedicht.
De ontstane poëzie en fotografie smolt samen tot Foëzie
in vuur en vlam
dooft zij het naakte lijf
langs een robe van ijzige blokken
die dooien aan opvrijende benen
haar gezicht huist
in een vragende schaduw
zij wil haar blik niet aan mij vertonen
enkel hem zonder schroom
met een onaantastbare
verleiding belonen
zij bespeelt een minnaar
die ook door adem is omhuld
en in hetzelfde verlangen is gekleed
in deze pas de deux
is pure passie
door dragende zuchten
te vermoeden
enkel beider ogen hebben weet
van zuigende harten
hun driften mogen
een onthulling bevroeden
Foëzie in mijn webshop vind je hier: Foëzie |
|