Toen begin dit jaar vanwege de fors toegenomen drukte de route naar een van mijn favoriete watervallen op IJsland werd afgesloten voor alle verkeer had ik eigenlijk een beetje de pest in. Het had mij in het verleden behoorlijk wat moeite gekost om die route te vinden. Maar ik begreep het wel. De route startte vanaf een park met vakantiewoningen met beperkte mogelijkheden om te parkeren, en nu konden de bewoners vaak hun eigen huis niet eens meer bereiken door de kriskras door elkaar geparkeerde auto’s of kapot gereden wegen.
Nu had ik in het verleden al eens bedacht om te parkeren bij de brug over de rivier Brúar en dan stroomopwaarts te gaan lopen. Ik had alleen geen idee of je op die manier bij de waterval kon komen, en hoe lang je er dan over zou doen.
Minimaal 4 kilometer
Onlangs parkeerde ik mijn auto bij die brug. In een rechte lijn scheidde slechts 2,7 kilometer mij van mijn bestemming. In tegenstelling tot de wandelpaden die we in Nederland veel zien, zijn de wandelpaden in IJsland zelden te volgen langs een rechte lijn. Ik gokte op minimaal 4 kilometer, trok mijn jas aan, pakte wat eten en snacks in voor onderweg en begon gewapend met een volle rugzak aan fotoapparatuur aan mijn nieuwe “avontuur”.
De eerste 500 meter waren saai. Enorm saai. De tweede 500 meter waren dat ook, maar een vijftal IJslandse paarden zorgde voor vermaak. Ze kwamen dicht, erg dicht in mijn comfortzone. Ondanks het bordje aan het begin van de route dat vroeg om de dieren niet aan te halen, kon ik het niet laten ze even te aaien. Ten slotte waren het ook de paarden die mij aanhaalden en niet andersom. Ik voelde mezelf niet in overtreding.
Viscositeit van modder en een vuile broek
Hoe leuk deze paarden ook zijn, na het nemen van een paar foto’s nam ik afscheid en vervolgde mijn nieuwe pad. Het was niet te vermijden zo nu en dan een paar stappen door modder te moeten zetten. Modder die beschikte over de juiste viscositeit om de modder die onder druk van mijn schoenzolen, zo nu en dan wist op te spuiten tot halverwege de knie van mijn andere been. Waar je in het begin nog voorzichtig stapt om je broek schoon te houden, besef je al snel dat het schoonhouden van je broek niet behoort tot de mogelijkheden van deze wandeling.
Eenmaal de conclusie van het onvermijdelijke smerig worden van m’n broek te hebben getrokken ging de wandeling een stuk sneller. Ik stapte stevig door maar werd al weer snel tot de orde geroepen door de aanblik van het fantastische landschap dat zich steeds voor mij ontvouwde. Er waren een paar mooie watervallen op de route waaronder de Hlauptungufoss even later gevolgd door de Miðfoss. Twee van de vele plekken die zo mooi waren dat ik daar de nodige tijd fotograferend moest doorbrengen. Zoveel tijd dat ik niet eens wist of ik mijn doel, de Brúarfoss vandaag nog zou bereiken. Vond ik dat erg? Nee! Absoluut niet. Ik was gestuit op een stukje vrijwel ongerept IJsland.
Klein en simpel kan ook
Voor een boeiende foto hoeft het niet altijd groot of groots te zijn. Klein en simpel maakt vaak ook mooie plaatjes. Ik was voorgenoemde watervallen nog maar net voorbij toen mijn oog viel op een steen. Zomaar een steen. Een steen in de rivierbedding die door het snelstromende water in een woeste omhelzing werd gehouden.
Wat kon ik doen? Ik plaatste mijn camera op het statief. Daarna bevestigde ik een voor het moment geschikt geacht filter, zocht naar een mooie compositie en drukte af. Ik maakte een foto van zomaar een steen, of moet ik zeggen “ik maakte een foto van zowaar, een steen”.