Als ik de volgende dag ontwaak (even het vorige blogbericht lezen als je niet weet waar ik het over heb) en in de spiegel kijk zie ik dat het de nacht niet is gelukt mijn glimlach glad te strijken. Het zonnetje schijnt, ik sta op een van de mooiste plekjes die deze wereld rijk is en mijn longen worden gevuld met een onwaarschijnlijk frisse lucht die ik met volle teugen door mijn neus opsnuif. Het is een mooie dag voor een wandeling.
Vanaf de camping is het een steenworp lopen naar het strand. Nou werp ik een steen niet zo ver, dus laten we het houden op twee steenworpen. Als ik aankom bij het strand valt mijn oog op twee niet te missen rotspartijen en een handvol rotsen die het door de zon beschenen gouden strand hier en daar voorzien van een welkome landschappelijke afwisseling.
In extase of opgewonden?
Even geniet ik van het tafereeltje. Voor een voorbijganger is dit meestal voldoende. Voor een fotograaf is dit enkel het voorspel. Even kijken, in extase raken, (ik wilde opgewonden schrijven maar dat kan als vervolg op mijn vorige zin in een verkeerde context geplaatst worden), fotoapparatuur klaarzetten, instellen, foto maken en als climax terugkijken en beoordelen of je tevreden bent met het resultaat. Een soort sigaretje roken dus.
Gezien de bijna ideale omstandigheden ben ik uiterst tevreden met het resultaat. Hier zou het verhaal bij deze foto dus technisch gesproken klaar zijn.
Voor mij hoort er echter nog een klein stukje bij. Een half uurtje na deze foto te hebben gemaakt begin ik aan een strandwandeling. De kliffen in de achtergrond welke wel haast zeker de kliffen van Látrabjarg zijn liggen te ver weg. Die ga ik zeker niet bereiken, maar ik wil het gouden strand diep op mij in laten werken, en dat gaat het beste met een wandeling. Een paar paaltjes die ik in de verte zie moeten mijn einddoel of keerpunt van deze wandeling worden.
Zoals iedere wandeling begint ook deze wandeling met de eerste stap. Het eindeloze strand blijft eindeloos, en met iedere stap komen de paaltjes in de verte dichterbij, maar dat is slechts gevoelsmatig. Visueel lijkt het of de paaltjes iedere stap die ik zet ook zetten en daarmee de afstand tussen mij en mijn einddoel gelijk houden.
De donkere toren
Mijn gedachten gaan dwalen, en even voel ik mij Roland. Roland van Gilead, de scherpschutter uit de boekenserie “De donkere toren” van Stephen King. Hij liep dagenlang over een eindeloos strand, onderging ontberingen, had honger, dorst en zijn huid raakte verweerd door de felle zon.
Mijn “ontberingen” staan natuurlijk niet in verhouding, maar ik snap zijn beleving.
De paaltjes worden nu snel groter. Noem het een tik, maar ik wil voor ik terugkeer de paaltjes even aanraken. Nog even bekijk ik de paaltjes, maar ondanks de lange weg ernaartoe blijven het gewoon paaltjes, niets bijzonders. Ik draai me om en loop terug. Roland van Gilead heeft nog een lange weg te gaan.
Prachtig opgeschreven Gerry!! Fotografie is ook aanraken wat je in woorden niet 100% kunt zeggen . Weer gelukt – ik smul 😎
Prachtige foto en in je verhaal voel ik je gevecht tegen de niet in te schatten afstanden in IJsland. Dat is waarom dit land zo boeit : zo ruim en zuiver